Hoge AOW uitgaven

De invoering van de mogelijkheid om de AOW maximaal 2 jaar eerder tot 5 jaar later in te laten gaan leidt op korte termijn tot hogere AOW-uitgaven. Pas over 50 jaar pakt een flexibele AOW-leeftijd goedkoper uit. Dit heeft het Centraal Planbureau (CPB) berekend.

Aanleiding voor de exercitie was een voorstel van onafhankelijk Tweede Kamerlid Norbert Klein. Hij wil dat mensen de mogelijkheid krijgen om maximaal twee jaar eerder of vijf jaar later dan de AOW-leeftijd kunnen stoppen werken. Bij vervroegde opname geldt als voorwaarde dat men vanaf de AOW-leeftijd structureel voldoende inkomen heeft, minstens gelijk aan 70% van het minimumloon (d.w.z. alleenstaandennorm AIO). Wie vervroegd opneemt, ontvangt tot de AOW-leeftijd compensatie voor de verschuldigde AOW-premie over de AOW-uitkering.

Daling van de werkgelegenheid

Het voorstel leidt op korte termijn tot hogere AOW-uitgaven, maar op langere termijn tot lagere AOW-uitgaven. De maatregel leidt naar verwachting tot een daling van de werkgelegenheid met 0,1% op lange termijn. Dit leidt tot een afname van het houdbaarheidssaldo met ruim 0,1 mld euro.

^{(bron: AM web)}